Cohousing als student - een aantal zaken om rekening mee te houden
Een studentenkot biedt vaak een heel beperkte oppervlakte waar studenten slapen, studeren, leven en dat aan een stevige prijs. Het is dan ook geen verrassing dat veel studenten ervoor kiezen om een woning te delen met hun vrienden. Cohousing heet dat dan. Toch is cohousing niet altijd zo onschuldig als het lijkt.
In heel Vlaanderen wordt het tekort aan studentenkamers geraamd op zo’n 37.000. Kijken we naar het principe van vraag-en-aanbod, is het geen wonder dat huurprijzen voor studentenkamers de pan uitswingen, denk aan 500 EUR per maand of meer. De verleiding om samen te gaan wonen met medestudenten kan daardoor groot zijn.
Kies je er bijvoorbeeld voor om een gezinswoning of groter appartement samen met een aantal vrienden te huren en betaal je daarvoor 1.200 EUR per maand, kom je maandelijks goedkoper uit én geniet je van meer ruimte.
Een andere belangrijke voorwaarde is dat er slechts één huurcontract mag zijn. Hetzelfde geldt voor de brievenbus en de deurbel. Verschillende brievenbussen bij één gezinswoning wijst al snel op een onderverdeling van het pand, iets wat officieel niet mag.
Hou er ook rekening mee dat studentenkoten moeten voldoen aan de minimumnormen voor brandveiligheid en geluidsisolatie. Een gewone gezinswoning is op dat vlak ook niet in regel wanneer er verschillende studenten gehuisvest worden.
Een andere maatregel die sommige steden nemen is het heffen van een tweedeverblijfsbelasting die aangerekend wordt bij woningen waar niemand officieel gedomicilieerd is. Deze belasting kan tot zo’n 1.600 EUR per jaar bedragen, afhankelijk van de gemeente.
Als eigenaar kan je hiervoor een vergunning die vijf jaar geldig blijft aanvragen bij de gemeente. Let wel op; de verhuurde kamer is een inkomen dat je op je belastingaangifte moet vermelden. Zorg er dus voor dat je op voorhand de nodige dingen uitpluist om verrassingen te vermijden.
Kies je er bijvoorbeeld voor om een gezinswoning of groter appartement samen met een aantal vrienden te huren en betaal je daarvoor 1.200 EUR per maand, kom je maandelijks goedkoper uit én geniet je van meer ruimte.
Een aantal voorwaarden
Toch is er een grote ‘maar’, want cohousing in een gezinswoning of in een appartement bedoeld voor gezinnen is officieel niet toegelaten als de bewoners geen gezin vormen. Alle bewoners moeten er trouwens officieel gedomicilieerd zijn tijdens hun studentenjaren.Een andere belangrijke voorwaarde is dat er slechts één huurcontract mag zijn. Hetzelfde geldt voor de brievenbus en de deurbel. Verschillende brievenbussen bij één gezinswoning wijst al snel op een onderverdeling van het pand, iets wat officieel niet mag.
Hou er ook rekening mee dat studentenkoten moeten voldoen aan de minimumnormen voor brandveiligheid en geluidsisolatie. Een gewone gezinswoning is op dat vlak ook niet in regel wanneer er verschillende studenten gehuisvest worden.
Cohousing niet met open armen onthaald
In studentensteden zoals Gent en Leuven duwt cohousing de huurprijzen van de woonmarkt omhoog. Studenten kunnen samen immers meer betalen dan een doorsnee gezin. Daarbij komt nog dat studenten vaak een ander leefritme hebben dan gezinnen, wat overlast met zich meebrengt. Buurtbewoners zijn dus niet altijd even blij met studenten naast hun deur.Controles tegen cohousing
Om cohousing tegen te gaan, worden er in studentensteden controles uitgevoerd, in samenwerking met de politie en de fiscus. Eerst krijgen bewoners een schriftelijke waarschuwing in geval van overtreding, maar in een volgende fase kunnen hier ook fixe administratieve boetes aan vasthangen.Een andere maatregel die sommige steden nemen is het heffen van een tweedeverblijfsbelasting die aangerekend wordt bij woningen waar niemand officieel gedomicilieerd is. Deze belasting kan tot zo’n 1.600 EUR per jaar bedragen, afhankelijk van de gemeente.
Een alternatief voor cohousing of studentenkamers
Gezien het tekort aan studentenkoten moeten steden met een alternatief komen, namelijk hospitaverhuur. Bij dit concept mogen huiseigenaars met een kamer op overschot deze verhuren aan een student. Er zijn verschillende basisvoorwaarden, maar een eigen keuken en sanitair is geen vereiste.Als eigenaar kan je hiervoor een vergunning die vijf jaar geldig blijft aanvragen bij de gemeente. Let wel op; de verhuurde kamer is een inkomen dat je op je belastingaangifte moet vermelden. Zorg er dus voor dat je op voorhand de nodige dingen uitpluist om verrassingen te vermijden.